334 23 November 1895. bepaald bij tusschentijdsche benoemingende leden van colleges van zetters hunne benoeming niet aannemen waardoor de betrekking van zetter in minachting wordt gebracht, hetgeen zooveel mogelijk behoort te worden vermeden. Met het oog daarop wordt in overweging gegeven, dat de gemeenteraden zich bij het opmaken der voordrachten zullen vergewissen, of de voorgedragenen, speciaal ook de 2fle candidatenvoor de betrekking genegen en geschikt zijn, zoodat van hen mag verwacht worden, dat zij later, bij eene eventueele benoeming, de betrekking zullen aannemen. De voorzitter stelt voor, zooveel mogelijk aan het in die circulaire uitgedrukt verlangen van den commissaris der koningin te voldoen en haar verder voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 2. Missive in dato 12 November 1895 van den heer C. M. H. Claessen, eervol ontslagen commissaris van politie te Breda, houdende dankbetuiging voor het aan hem bij raadsbesluit van 2 November '1895 toegekend pensioen ad f 770, Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Ontwerp-voorwaarden van aanbestedingen, als: a. voor de levering van schoolboeken ten dienste van het openbaar lager onderwijs in de gemeente Breda; b. voor de levering van verschillende artikelen ten behoeve van het onderwijs in de handwerken aan de openbare scholen voor lager onderwijs in de gemeente Breda c. voor de levering van verschillende artikelen ten behoeve der openbare scholen voor lagermiddel baar en hooger onderwijs in de gemeente Breda-, d. voor de levering van bureaubehoeften ten dienste der gemeente-administratie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 334