'23 November 1895. misvormde eikeboomen in de Leuvenaars- en Fellenoord- straten, alsmede eenig hakhout en masthout nabij het terrein ven den watertoren en op het terrein nabij de prise-d'eau van de waterleiding onder Seters. De voorzitter vraagt, of de Raad zich met dit voorstel kan vereenigen en aan burgemeester en wethouders de noodige machtiging tot dien openbaren verkoop kan ver- leenen. De heer Heijlaerts verklaart zich wel te kunnen ver eenigen met den verkoop der boomen aan de Haven, omdat daar reeds jonge boomen zijn geplant die een flinke groeikracht bezitten, doch de verkoop van boomen langs den Wilhelmina-Singel kan sprekers goedkeuring niet wegdragen. Het geldt hier jeugdige kanadaboomen, die, zooals ze daar staan, eene kleine waarde vertegenwoor digen, terwijl van diezelfde boomen, zoodra zij voor de klompenmakerijen geschikt zijn, met grond eene ruime opbrengst kan verwacht worden. Ook het distinctief eener aangename wandeling zal met de voorgenomen rooiing te dier plaatse geheel verloren gaan, hetgeen door spreker ten zeerste wordt betreurd. De ter plaatse staande iepe- boomen zullen toch wel groeien, zegt spreker, weshalve door hem in overweging wordt gegeven de rooiing der boomen langs den Wilhelmina-Singel niet te doen plaats hebben. De voorzitter wijst er opdat kanadaboomen het licht en voedsel van andere boomen geheel wegnemen, hetgeen hoogst nadeelig werkt voor de ter plaatse aanwezige iepe- boomen en door spreker nog nader met eene reeds vroeger opgedane ervaring wordt gestaafd. De heer Heijlaerts zegt, dat de jonge iepeboomen langs den Wilhelmina-Singel reeds van het begin af blijken hebben gegeven niet deugdelijk te zijn. Spreker wijst nogmaals op het te loor gaan der aangename wandeling waarvan in den zomer door talrijke stadgenooten wordt geprofiteerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 336