23 November 1895.
315
dank betuigt, acht het in het belang der gemeente, dat
het tweede voorstel van den heer Teychiné tot verkoop
van grond langs de zijde van het Begijnhof worde aange
nomen. Behalve eene uitgaaf van f 2600,voor het in
orde brengen der grensmuren, komt op de begrooting
voor 1896 ook nog een post voor van f 400,ter beplan
ting van het terrein. Spreker acht zich niet gerechtigd
om tot die uitgaaf mede te werken en noemt het voorstel
van burgemeester en wethouders eene vergrooting van het
park in plaats van het maken van een toegangsweg. Een
gedeelte van het terrein langs het Begijnhof is een ver
loren hoek, die best gemist kan worden. Op deze gronden
verklaart spreker het tweede voorstel van den heer Tey
chiné te ondersteunen.
De heer IngenHousz is van oordeel, dat de discussiën
zich te ver uitbreiden. Aan de orde is het voorstel van
burgemeester en wethouders om het geheele terrein als
toegangsweg te bestemmen. Met het maken van bereke
ningen gaat de Raad verder, dan het voorstel luidt.
Omtrent de kosten moet eerst de bouwcommissie nog ge
hoord worden.
De heer Van Hal wenscht in het midden te brengen,
dat het inspringend gedeelte van het terrein langs de
zijde van het Begijnhof als motief wordt gebruikt om een
gedeelte ervan te verkoopendoch spreker is van oordeel
dat met een weinig tuinmanskunst het inspringend ge
deelte zeer goed kan worden gemaskeerd, 't Is juist om
het Valkenberg tot zijn recht te doen komen, dat behoud
van het gansclre terrein gewenscht is.
De heer Vreede vindt het een eigenaardig verschijnsel,
na het eenmaal door den Raad genomen besluit, om het
oude rechtsgebouw af te breken, ten einde een mooien
toegangsweg tot het Valkenberg te verkrijgen, dat er
thans weer voorstellen worden ingediend, om de daartoe
strekkende plannen af te breken. Spreker verklaart zich
geheel te kunnen vereenigen met het voorstel van burge
meester en wethouders.