7 December 1895.
373
de gemeente in het bezit is eener waterleidingom nog
langer uitgaven aan de pompen ten koste te leggen en
daardoor de gelegenheid tot het bekomen van goed drink
water voor de behoeftigen te benemen. Het ligt op den
weg der huiseigenaren, die 10 a 12 procent rente van
hun geld trekkenom te zorgendat de woningen der
minder gegoeden worden aangesloten aan de waterleiding.
Spreker stelt derhalve voor, om den onderwerpelijken
post te schrappen.
De voorzitter meent tegen het gezegde van den vorigen
spreker te moeten aanvoerendat het hier geldt een
maatregel van overgang. Het ligt geheel in de bedoeling
om de pompen langzamerhand op te ruimendoch het is
niet mogelijk daartoe in eens over te gaan en hierdoor
direct aan ruim 1U00 gezinnenwier woningen nog niet
zijn aangesloten aan de waterleiding of die niet in het
bezit zijn eener pompde gelegenheid tot het bekomen
van drinkwater te benemen.
De heer Lijdsman apprecieert het idee, om op de
Havermarkt een drinkwaterfontein te plaatsen, doch spreker
zag dit voornemen gaarne tot andere punten uitgebreid
hierbij alleen doelende op het beschikbaar stellen van
drinkwater, geenszins om dat water ook voor andere
doeleinden te bezigen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het in de bedoeling
ligtdaaraan zoo mogelijk in den loop van 1896 nog
gevolg te geven.
De heer Rombouts wenscht den heer Teychinê erop
attent te makendat na de plaats gehad hebbende schei
kundige onderzoekingen er nog verschillende pompen zijn
bijgekomen. Spreker is er niet voor om de pompen,
zoolang deze goed zijnweg te ruimen. Er kan een ongeluk
komen aan de waterleiding en dan zou een groot gedeelte
der stad op een gegeven oogenblik zonder water zijn.