7 DECF.mbkr 1895. 377 aanvangende aan de Catharinastraatover de geheele breedte te vernieuwen en de overige helft met de beste daarin liggende keien en de nog bruikbare, komende uit de te vernieuwen helft, te herstraten. Zeer zeker ware eene geheele vernieuwing te verkiezen, doch niets wordt door de voorgestelde vernieuwing ge schaad, terwijl de voorgenomen herstrating van de tweede helft met uitkomende keien slechts eene uitgave eischt van ƒ145,waarmede dat deel der bestrating nog voor vele jaren voldoende zal zijn. De betrokken post wordt hierop goedgekeurd. Volgnummer 88, hoofdstuk III, art. 6e. Nieuw urinoir bij de Gasbrug. In eene sectie werd voorgesteld nieuwe urinoirs te plaatsen op het plein bij de Kerkstraat en op het Stadserf (achter het Stadhuis). In eene andere sectie zag men gaarne het plaatsen van een tweemans ijzeren urinoir op de Houtmarkt, nabij de R.K. kerk. In eene derde sectie achtte men het zeer gewenscht, om een urinoir te plaatsen tegen den muur, die het Valkenberg afscheidt van de Bouwerijstraat. Ook zou het wellicht raadzaam zijn om met het kerkbestuur te onder handelen over het plaatsen van een urinoir op het plein bij de Groote Kerk. Antwoord. Met het plaatsen ook van een urinoir bij de Kerkstraat, kunnen burgemeester en wethouders zich vereenigen. Tn verband daarmede zal de post van ƒ200,moeten ver dubbeld worden. Blijkens het rapport wordt het raadzaam geacht met heeren kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde gemeente alhier te onderhandelen over het plaatsen van een urinoir op het plein bij de Groote Kerk. Groote verwachtingen meenen burgemeester en wethouders van die onderhande lingen, als daartoe zou besloten worden, niet te mogen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 377