384 1 December 1895. Volgnummer 104, hoofdstuk V, art. 3. Graan- en geld- renten In eene afdeeling werd het wenschelijk geacht, om de rente, drukkende op het aan de gemeente toebehoorende huis in de Karnemelkstraataf te koopen. Antwoord. Op het huis, thans door den gemeente-architect bewoond, drukt eene geldrent ten voordeele van de gemeente van f 4,Sinds de gemeente eigenares van dat huis geworden is, heeft er schuldvermenging plaats gehad en heeftalzoo van zelf de gemeente aan zich zelve niet meer betaald doch de som is vooreerst gememoreerd gebleven in de begrooting. Het komt burgemeester en wethouders voor, dat zij zonder bezwaar aan de begrooting kan worden ontnomen. Overeenkomstig het antwoord van burgemeester en wethouders wordt de betrokken post aan de begrooting ontnomen. Volgnummer 111, hoofdstuk VI, afd. I, art. 5. Kosten van het stichten van schoollokalen. In eene sectie werd door eenige leden het voorstel van burgemeester en wethouders, om van de achtklassige school aan de Boschstraat eene twaalfklassige te maken, betreurd. Eene achtklassige school kan er nog mede door, maar eene twaalfklassige school is een onding. De opinie van de schoolcommissie is dan ook, dat het wenschelijk is, dat er eene nieuwe school worde gebouwd en wel eene zesklassige. In de Middellaan zou daarvoor geschikt terrein kunnen worden gevonden. Daarentegen werd door andere leden de meening ver dedigd dat althans op dit oogenblik het bouwen eener nieuwe school niet raadzaam isvooral met het oog op de groote kosten daaraan verbonden. Trouwens het getal der kinderen, dat thans op de scholen geen plaats kan vinden, is werkelijk niet zoo groot. Raad zaam zou het zijn om af te wachtenwat het bijzonder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 384