7 December 1895. 385 onderwijs zal doenimmers de gegronde verwachting be staat, dat het bijzonder onderwijs zijn scholen zal uit breiden; daardoor zal er plaats genoeg komen. In eene andere sectie kunnen sommige leden zich evenmin vereenigen met de wijze, waarop burgemeester en wethouders voorstellen te voorzien in het plaatsgebrek op de openbare tusschenscholen en kostelooze scholen. Die leden achtten het stichten eener school voor circa 600 leerlingen niet wenschelijk èn met het oog op het onderwijs èn met het oog op den grooten afstand, waarop vele leerlingen van die school verwijderd zullen zijn terwijl zij tevens een bezwaar zien in de verzameling van een zoo groot aantal kinderen op één punt. •Het hoofdbezwaar dier leden ligt echter in de vrees, dat de voorgestelde maatregel nog blijken zal half werk te zijn. De algemeenheid der bewoordingen van de memorie van toelichting wettigt het vermoedendat aan burgemeester en wethouders van een bepaald plan tot het oprichten eener bijzondere tusschenschoolwaarvan de uitvoering zou vaststaanniet veel bekend is en dat zij evenmin met eenige zekerheid het tijdstip zouden kunnen aangeven waarop die bijzondere tusschenschool zal worden geopend. Tegenover die in de memorie van toelichting geopperde eventualiteit, meenden die leden, op grond van het be kende gebrek aan onderwijzend personeelspeciaal bij het bijzonder onderwijsde evenzeer mogelijke eventualiteit te kunnen stellen, dat het openen der bedoelde tusschen school nog wel eens een geruimen tijd zou kunnen uit blijven. Mocht dit laatste eens het geval zijndan zoude, naar de overtuiging dier leden, al spoedig opnieuw gebrek aan plaats op de openbare scholen ontstaan en zou men dus tot nieuwe uitgaven moeten overgaan, waarvan het bedragvereenigd met dat van de voorgestelde, de kosten van het thans stichten eener nieuwe school belangrijk zoude overschrijden. Met het oog daarop achtten die leden de meerdere kosten van eene nieuwe school geen overwegend bezwaar. Zij bere-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 385