7 December 1895. 389 Dat meerdere zounaar beweerd wordtzeer goed uit de geraamde uitgaveno. a. uit den post onvoorziene uitgavenkunnen bestreden wordenmaar met dat be weren kunnen burgemeester en wethouders niet medegaan. Aan den post voor onvoorziene uitgaven moet nu reeds ontleend worden Voor pensioen commissaris van politie f 770, twee onderwijzers, hoofdakte, 200, hoogere wedde commissaris van politie 400,a f 600,berekend 400, onderwijzeres handwerken100, hoogere wedde keurmeester d 250, onderwijs in de wiskunde door mej. Van Aalst50, de agenten van politie voor vrije ge neeskundige hulp, eventueel. 320, Samen ƒ2 715, Te zeer zou derhalve die post verzwakt worden, indien daaraan bovendien bijna ƒ3 000,moest ontleend worden, terwijl het verminderen van andere posten van uitgaaf of het opvoeren der ontvangsten niet kan geschieden zonder dat stoornis te duchten is in het financieel gedeelte 'der administratie. Burgemeester en wethouders meenen dan ook uit een en ander aanleiding te mogen nemen om hun voorstel te handhaven. De heer Sassen zegt, dat het hem spijt, te moeten verklaren, dat hij in deze niet met het voorstel van bur gemeester en wethouders kan medegaan. Op de eerste plaats heeft spreker tegen het voorstel dit bezwaar, dat het overgaat tot het maken van eene twaalfklassige school, een stelsel, dat algemeen wordt afgekeurd en zoowel bij de schoolcommissie als bij den districts-schoolopziener de meest mogelijke tegenkanting heeft ontmoet. Een tweede bezwaar tegen het voorstel van burgemeester en wethouders is de vraag, waaraan thans de meeste behoefte bestaat, aan eene betalende of eene kostelooze school. Deze vraag is, volgens spreker, nog niet opgelost en zou wellicht aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 389