7 December 1895.
391
tal van kinderen daardoor te ver van de school verwijderd
zal zijn. Evenmin is eene dergelijke agglomeratie van
kinderen in eene der hoofdstraten gewenscht. Doch het
hoofdbezwaar is gelegen in de vrees, dat de gemeente
slechts half werk zal verrichten. Spreker heeft het bij
andere gelegenheden zoo dikwijls en tot zijn genoegen
gehoorddat burgemeester en wethouders diezelfde
meening waren toegedaan, doch hij moet thans tol zijn
leedwezen verklaren, dat burgemeester en wethouders van
dien aangenomen stelregel in dit geval afdwalen. Spreker
neemt als vaststaande aan, dat door de uitbreiding der
bevolking, binnen een niet ver verwijderd tijdsverloop,
wederom plaatsen op de gemeentescholen te kort zullen
komen en men op den duur toch tot de stichting eener
nieuwe school zal moeten overgaan. Ten opzichte van de
linancieele aangelegenheid dezer zaakzegt spreker, kan
men zich illussiën maken, doch wanneer men eerlijk aan
alle behoeften zal moeten voldoen en het Rijk niet
tegemoet komt door eene nieuwe regeling der gemeente-
financiën, dan zullen al die voorspiegelingen slechts blijken
ijdel te zijn. Verder doet spreker opmerken, dat, bij eene
eventueele stichting eener nieuwe schoolde opening-
daarvan niet vóór 1 September 1896 zal kunnen plaats
vinden, zoodat in dat jaar de meerdere kosten slechts
zullen bedragen ongeveer 1000,welke som zeer goed
kan ontleend worden aan de onvoorziene uitgaven of aan
den post voor openbare werken. Het was sprekers voor
nemen een voorstel in dien geest te doen, doch nu hem
gebleken is, dat in de afdeelingen dienaangaande slechts
een enkele stem is opgegaanwil hij het voorstel van
burgemeester en wethouders daardoor niet in gevaar
brengen. Eindelijk wijzende op de voorgenomen uitbreiding
van het bijzonder onderwijs, verklaart spreker, dat deze
inrichtingen, zelfs met den besten wil, niet altijd in het
noodige personeel kunnen voorzien en dat daarvan nog
onlangs eene wijziging der onderwijswet het gevolg is
geweest. Indien echter mocht blijken, dat andere leden
hunne adhaesie aan het door spreker gereleveerde kunnen
schenkendan zal hij gaarne een voorstel doenwaardoor