408 21 December 1895. K. G. Oukoop en j. A. J. W. van Hal, welke commissie door den burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur zal worden voorgezeten. h. de commissie van beheer der gemeente-reinigingde heeren W. G. H. Rombouts, mr. Th. Mathon, J. A. J. W. van Hal en A. J. A. Verschraage, welke commissie door den burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur zal worden voorgezeten. c. de bouwcommissiede heeren: H. A. Sassen, J. Lijdsman en J. J. L. Teychiné, terwijl tot voorzitter dier commissie is benoemd de heer H. A. Sassen. d. de commissie voor de gemeentewaterleiding, deheeren: J. A. J. W. van Hal mr. M. P. M. van Dam, J. J. Nelissen, W. G. H. Rombouts en E. H. A. Guljé, die met burgemeester en wethouders de commissie zullen uitmaken, krachtens art. 4 der verordening van 12 Augustus 1893. e. de commissie tot het ontwerpen der strafverordeningen, de heeren: mr. M. P. M. van Dam, mr. Th. Mathon en mr. P. M. J. E. Bloemarts, die met den burgemeesterals voorzitterde com missie zullen uitmaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 408