21 December 1895. 415 overeenkemstig de overgelegde concept-overeenkomst, in beginsel tot den verkoop te besluiten, ten einde later, als alle wettelijke formaliteiten zijn in acht genomen, tot den definitieven verkoop ervan over te gaan. De heer Verschraage, wijzende op de omstandigheid dat herhaaldelijk aanvragen tot aankoop van gemeente grond bij deze vergadering inkomen vraagt of het niet wenschelijk zou zijn, dat de voorwaarden eenigszins worden verscherpt. Spreker zou althans in die voorwaarden de bepaling willen doen opnemen, dat, wanneer binnen het jaar de aangekochte grond niet op de voorgeschreven wijze is bebouwd, het contract, zonder voorafgaande inverzuim- stelling zal zijn verbroken en zonder dat de kooper of zijne erfgenamen eenige teruggaaf van kooppenningen zullen kunnen vorderen. Eene bepaling, dat de kooper of zijne erfgenamen bij niet behoorlijke naleving van het contract eene boete van f 5,per weekwanneer hij of zij in verzuim blijven, zullen veischuldigd zijnzag spreker mede gaarne in de voorwaarden opgenomen. De eerste bepaling kan wel de goedkeuring van den voorzitter wegdragendoch de laatste acht hij niet ge- wenschtomdat daardoor gereageerd wordt aan het eerst bedoelde voorschrift en de gemeente reeds hierin genoeg zame waarborgen vindt voor eene? behoorlijke naleving van het contract. De heer Reigersman heeft evenzeer bezwaar tegen de tweede bepaling, door den heer Verschraage genoemd, omdat dit toch in den regel zal uitloopen op eene proce dure voor de gemeente, ten einde de verschuldigde boete geïnd te krijgen. De heer Verschraage meent, dat beide bepalingen in het contract zeer wel vereenigbaar zijnwijzende op het geen dienaangaande in de verkoopvoorwaarden van het Rijk voorkomt. Spreker stelt derhalve voor, hierover het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 415