26 Januari 1895. vóór den veertienden dag na dien waarop de vergadering heeft plaats gehad. Wanneer dat kan, dan kan dit ook wel hier geschieden. De methodes tot reproductie zijn verbeterd. Overigens verklaart sprekerdat hij het door hem gesprokene niet zou in het midden gebracht hebbenals niet de beide voorstellen verschil van opinie hadden aangetoond. De voorzitter vraagt, of de heer Heijlaerts een voorstel maakt van het door hem gesprokeneenzoo jaof dat voorstel ondersteund wordt De heer Heijlaerts wil wel het voorstel doen, als het ondersteund wordt. Na eene korte woordenwisseling tusschen den voorzitter en den heer Heijlaerts zegt laatstgenoemde, dat door hem het voorbedoelde voorstel gedaan wordt. De voorzitter verzoekt den heer Heijlaerts zijn voorstel schriftelijk te willen indienen; maar vraagt tevens, of het ondersteund wordt Door niemand der leden wordt deze vraag beantwoord. De heer Reigersman zegt aan het voorstel door hem en andere leden gedaan weinig te hebben toe te voegen. Enkel wil spreker doen opmerkendat het voorstel van burgemeester en wethouders niet tegemoet komt aan de bezwaren van vele leden en zich niet beweegt op den goeden weg. Daarom moet spreker ontraden in te gaan op het voorstel van burgemeester en wethouders. Dat voorstel strekt zegt de voorzitter om den weg te applaneerenterwijl ook daarbij de gelegenheid om lezing te vragen open staat. De heer Rombouts wijst er op, dat toen vroeger de notulen werden voorgelezende indruk verkregen werd dat de attentie gedaald was tot nul, en dat, wanneer het niet eenig saillant punt goldgeen aandacht aan de voorlezing geschonken werd en ieder met zijn buurman

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 46