48 20 Januari 4895. tegenwoordige regeling het voordeel verbonden dat de zaken beter en meer con amore behandeld worden. De heer Reigersman wenscht den heer Rombouts te doen opmerkendat de tegenwoordige gedrukte notulen niet zijn ^roe/notulen maar goedgekeurde notulen en daar tegen niet kan worden opgekomen. De voorzitter zou zeggen, dat de notulen zijn vastgesteld. Er is geen denken aan zegt spreker om later daarin verandering te brengen. En wat het gesprokene door den heer Van Hal aangaat dienaangaande verwondert zich spreker, dat de heer Van Hal, met zijn voorliefde voor historie, zich zoo weinig herinnert van de notulen-historie. Immers spreker heeft meermalen voorlezing van de notulen gevraagd. De heer Van Hal zegt zeer goed te weten dat de heer Reigersman zich voorstander betoond heeft van het voor lezen der notulen. Daarop verklaart spreker dan ook niet gedoeld te hebben. Enkel heeft spreker willen doen uit komendat, sedert het nieuw systeem gevolgd wordt, geen aanmerkingen op de notulen zijn voorgekomen. De heer Reigersman gelooft, dat de memorie van den heer Van Hal hem thans in den steek laat. Zelf heeft de heer Van Hal succes gehad, na een uitheemsch woord gebruikt te hebben, met de opmerking, dat de secretaris een woord daarvoor had in de plaats gesteld dat geen zin had. Op verlangen van den heer Van Hal is toen ook dat woord in de notulen veranderd. De heer Bloemarts meent den leden te mogen verzoeken de eigenlijke voorstellen te behandelen. Spreker gaat uit voerig na al het verhandelde bij de vaststelling van het tegen woordig reglement, en constateert, dat niet is kunnen ten uitvoer gebracht worden wat toen bedoeld is. De proef is mislukt en de illusie, welke de tegenwoordige regeling gewekt heeft, is tegengevallen. Nu kan men zeggen dat men de notulen in den tijd dat men ze aanhoort ook lezen kan, maar dat gaat niet op. Houdt bovendien één lid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 48