56
26 Januari 1895.
De voorzitter zegt dat deze verordening bij de leden
gecirculeerd heeft en stelt haar tot behandeling aan de
orde.
Den heer Scheltus komt het voor, dat de verordening
strekt in het belang van hen die moeten doen aanplakken,
omdat zij thans zullen weten wat ze te betalen hebben.
Mocht het blijken zegt sprekerdat het tarief te hoog
is, dan kan dit over een jaar veranderd worden. Maar
de regeling van het aanplakken had achterwege moeten
blijven. Zooals nu nog de toestand is, krijgt de aanplak
ker een aantal biljetten, waarvan het aanplakken in korten
tijd geschiedt, ten genoegen van hen, die ze hem ver
strekt hebben. Bij de nieuwe regeling moet hij eerst naar
den commissaris van politie om de biljetten te laten stempe
len. De commissaris van politie kan afwezig zijn en dan
moeten de biljetten blijven liggen. Zoo kan het gebeuren
dat op een Zaterdag de biljetten in handen van den aan
plakker moeten blijven en de tijd van 24 uren binnen
welken hij, volgens het ontwerp zijner instructie, de aan
plakking doen moet, overschreden wordt. Dan nog moet
de commissaris van politie administratie houdenbenevens
de aanplakker en de ontvanger. Spreker komt het voor
dat dit alles te veel besognes zijn voor een zaak van zoo
weinig aanbelang. Eenvoudiger daarom ware het enkel
het tarief vast te stellen. Thans geniet de aanplakker
15.van de gemeente en het overige ontvangt hij
rechtstreeks van de particulieren. Over deze regeling
wordt toch in het algemeen niet geklaagd. Nu zal de
aanplakker krijgen van de gemeente 50 of 35.
meer vast loon en van de opbrengst der belasting.
Maar daarvan moet de korting af voor het pensioenfonds,
wat wellicht zooveel bate niet geven zal voor iemand, die
ook al niet lijkt den leeftijd van Methusalem te zullen
bereiken. Spreker neemt aan dat het loon thans is
100.— en berekent dat dit, naar de nieuwe regeling,
en daarbij de voorbedoelde korting in aanmerking ge
nomen, zal zijn f 26 en */4 van het ontvangen recht,