58 26 Januari -1895. Maar hoe ging dat dan zoo tot nu toe vraagt de heer Sciieltus Waarop de voorzitter antwoordt, dat er eene reclame gekomen is, die geleid heeft tot nadere regeling van het onderwerp. De heer Verschraage verklaart onder hen te behooren die laten aanplakken en kan verzekeren dat alles goed en geregeld ging. Gaarne erkent spreker dat het goed is dat de aanplakker niet meer kan rekenen dan vast gesteld ismaar vraagt spreker kan dan de geheele regeling niet daarbij zich bepalen De particulieren zei ven zullen controle op den aanplakker uitoefenen. Op 't laatste oogenblik kunnen biljetten moeten aangeplakt worden en naar de voorgestelde regeling kan daarin ver traging ontstaan. Bovendien wat zal het gevolg der ver ordening zijn? Dat zij, die vroeger ten behoeve van particulieren toelieten dat op hun eigendom iets werd aangeplakt, zullen zeggen: de gemeente moet nu zelve maar in aanplakborden voorzien. De heer Vreede stelt voor het aanplakken vrij te laten als vroeger. Het alsnog bestaande stelsel zegt spreker heeft steeds goed gewerkt. De heer Verschraage ondersteunt dit voorstel. Zou er later een ander persoon dan de tegenwoordige aan plakker komen voegt spreker daarbij dan kon de nieuwe regeling nader overwogen worden. Die nieuwe regeling doet de voorzitter opmerken is gegrond op eene reclame. Overigens komt het spreker voor dat de verandering niet kan afhankelijk gemaakt worden van een persoon. Dat zou irrationeel zijn. De heer Teychiné vraagt of bij de bepaling van het loon gelet is op het salaris van vroeger De voorzitter moet verklaren, dat het hem niet bekend is, hoeveel de aanplakker volgens het oude stelsel genoot.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 58