62 26 Januari 1895. Art. 2. Ten bewijze dat het recht is voldaanmoet elk exem plaar der aan te plakken aankondigingen door of vanwege den commissaris van politie met een stempel gewaarmerkt zijn, waarvan het model door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld. liet ontvangen recht wordt door den stads-aanplak kei- bij den gemeente-ontvanger gestort binnen de eerste vijf dagen van de maanden April, Juli, October en Januari, telkens over het alsdan afgeloopen vierendeel jaars. Art. 4. De storting geschiedt op staten, gewaarmerkt en goed gekeurd door den commissaris van politie. "Voor zoover het recht volgens de bepaling van art. 1 niet mocht voldaan zijn, zullen op de invordering daarvan toepasselijk zijn de artt. 258262 der wet van 29 Juni 4851 Stblno. 85), gewijzigd bij die van 7 Juli 1865 (Stbl. no. 70). Vervolgens wordt het volgende ontwerp-besluit goedge keurd De stads-aanplakker wordt benoemd door burgemeester en wethouders. Zijne belooning bedraagt als vaste jaarwedde f 50be nevens eene veranderlijke toelage van 40 °/0 van het ont vangen recht volgens de artt. 2 en 3 der verordening op het heffen van een recht voor openbare aankondigingen vastgesteld den 26sten Januari 1895. Burgemeester en wethouders stellen zijne instructie vast. De voorzitter sluit daarop de vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. Art. 3. Art. 5. De secretaris, A. R. VERMEULEN. De voorzitter, ed. GULJÉ.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 62