2 Maart 1898. Tegenwoordig de heeren: B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. A. REIGERS MAN, W. G. H. ROMBOUTS, K. G. OUKOOP, A. J. A. VERSCHRAAGE, J. A. VAN AKEN, F. J. M. HEIJ- LAERTS, mr. M. VAN DAM, mr. P. BLOEMARTS, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, mr. W. IN- GENHOUSZ, mr. Th. MATHON en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren: J. J. NELISSEN en J. E. VREEDE. De voorzitter, de vergadering geopend hebbende, zegt, dat, naar aanleiding van artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, de notulen van het verhan delde in de vergadering van den 16. Februari 1895 ter inzage voor de leden hebben gelegenen vraagtof iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen der voormelde vergadering goedgekeurd en vast gesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Ontwerp-verordening regelende de bouwpolitie in de gemeente Breda. De voorzitter zegt, dat, naar aanleiding van de bij de behandeling dezer verordening in de vorige vergadering voorgestelde amendementente weten door den heer Van Aken op art. 17 en door den heer Van Dam op art. 20, die artikelen in den geest dier voorstellen zijn gewijzigd en leest de bedoelde artikelen, zooals ze gewijzigd zijn, voor. 6

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 73