74
2 Maart 1895.
De heer Van Aken oppert bedenking tegen het hebben
van blindenvooral bovendie over den openbaren weg
draaien, (art. 17).
De voorzitter antwoordt, dat het verboden is zoodanige
blinden te hebbentenzij de voorwaarden worden in acht
genomendie door burgemeester en wethouders aan de
vergunning verbonden worden. Dat bepaalt art. ,17, zoodat
tegen alle gevaar kan en ook zal gewaakt worden.
De heer Heijlaerts vraagt, of de gemaakte bepaling
ook terugwerkende kracht heeft. Spreker doet die vraag,
omdat ook aan zijne woning blinden zijn.
De voorzitter geeft op de gestelde vraag een bevestigend
antwoorddoch voegt daarbijdat burgemeester en wet
houders aan art. 17 de bevoegdheid ontleenen vergunning
te verleenen tot het hebben van blinden en aan die ver
gunning de voorwaarden te verbindenwelke noodig ge
oordeeld worden.
Verder niemand der leden het woord verlangende,
stelt de voorzitter voor de geheele verordening vast
te stellenwaartoe zonder hoofdelijke omvraag,
en alzoo met algemeene stemmen besloten wordt.
2. Adres van M. van Oers hovenierwonende te
Bredadaarbij te kennen gevende, dat hij voornemens is zijne
huizingestaande en gelegen te Breda aan de Kloosterlaan,
te verbouwen, doch ten einde in de rooilijn dier aange
legde Kloosterlaan te kunnen bouwenwenscht te koopen
een stukje gemeentegrond gedeelte van sectie B, N°. 4152,
voor zoover dit grenst aan zijn perceelmet verzoek be
doeld stukje grond aan hem tegen een billijken prijs in
koop te willen afstaan.
De voorzitter zegtdat de verkoop wenschelijk is, omdat
die zal bijdragen tot verbetering van den toestand ter
plaatse. Met het oog daarop gaat de voorzitter voort