2 Maart 1895.
75
zijn bereids door burgemeester en wethouders de voor
waarden van verkoop ontworpen welke zijn de volgende
Art. 1.
Contractanten ter eene zijde (burgemeester en wethou
ders) staan aan contractant ter andere zijde (M. van Oers)
in eigendom af, welke laatste verklaart in eigendom te
aanvaarden een stuk gemeentegrondgelegen ten zuid
oosten van het perceel van den contractant ter andere
zijde kadastraal bekend gemeente Breda sectie B, N°. 4152,
aan de Kloosterlaandeel uitmakende van het perceel
kadastraal bekend gemeente Breda sectie B, N°. 4448, ter
grootte van ongeveer 35 centiarenvolgens de aan dit
contract gehechte situatie-teekening.
Art. 2.
Contractant ter andere zijde verbindt zich tot het volgende
a. binnen één jaar na de onderteekening van dit con
tract, op den gekochten grond in vereeniging met
zijn bovengenoemd perceel, gebouwen te stichten,
waarvan de naar de openbare straat gekeerde gevels
geen mindere doorgaande hoogte dan acht meter
boven de kruin der straat mogen hebben, of met
dien grond langs de straatzijde af te scheiden met
een steenen muur hoog twee meter en langs de
zuidwestzij de van den gemeentegrond met een houten
heining eveneens hoog twee meter;
b. dat door hem en zijne rechtverkrijgenden op den
gekochten grond en op zijn voormeld perceel sectie
B, n°. 4152, nimmer bergplaatsen van lompen,
beenderen of andere voor de gezondheid schadelijke
stoften worden opgericht.
Art. 3.
Contractant ter andere zijde zal bij de onderteekening
dezer overeenkomst voor koopsom van den in art. 1 ge
noemden grond ten kantore en tegen kwitantie van den
gemeente-ontvanger betalen de som van zeventig gulden.