5 Januari 1895.
7
2. Missive van burgemeester en wethouders van Breda,
dato 2 Januari 1895, n°. 4, daarbij, onder overlegging
van de betrekkelijke adressen met het schrijven van den
heer arrondissements-schoolpziener en het betrokken hoofd
van school, ter benoeming eener onderwijzeres aan de
openbare meisjesschool (vacature mej. Van Leersum) voor
dragende de volgende candidaten:
1°. Mejuffrouw M. Hellema, te Zaandam
2°. P. W. ICoppeschaar, te 's Gravenhagen
3°. y> P. J. Verschuer, te Zwolleen
4°. W. L. Crull, te Teteringen.
"Wordt overgegaan tot stemming.
De voorzitter verzoekt den heeren wethouders Van Aken
en Oukoop als stemopnemers te willen fungeeren.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen:
Mej. P. J. Verschuer 8;
Mej. P. W. Koppesciiaar 5;
Mej. M. Hellema 4,
en Mej. W. L. Crull 1.
Dewijl niemand der candidaten de volstrekte meerder
heid van stemmen verkregen heeft, wordt overgegaan tot
eene nieuwe vrije stemming.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen:
Mej. P. J. Verschuer 9;
Mej. P. W. Koppeschaar 6,
en Mej. M. Hellema 3.
Ook bij deze stemming niemand de volstrekte meerder
heid verkregen hebbendewordt de stemming bepaald tot
de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste
stemmen hebben verworven.
Er worden uitgebracht 18 stemmen, waarvan verkrijgen:
Mej. P. J. Verschuer 12,
en Mej. P. W. Koppeschaar 6.