2 Maart 4895.
83
»sioen, ingediend door Johannes Vlaminkx, den 14den
«Februari te voren eervol ontslagen als brugwachter en als
«belast met het bedienen der z. g. hooge brug in deze
«gemeente, met uitnoodiging omtrent die aanvrage een
«beredeneerd verslag, als bedoeld bij artikel 29 van de
«verordening, ter regeling van de pensioenen van de ge-
«meente-ambtenaren enz., aan den Raad uit te brengen.
«Aan die uitnoodiging voldoende, hebben wij de eer den
«Raad te berichten, dat J. Vlaminkx den 2dcn Februari
«den vijf en zestigjarigen leeftijd heeft bereikt en, na de
«intrede van zijn 19de levensjaar, veertig jaar een gemeen-
«telijk ambt of bediening heeft waargenomen.
«De bescheiden, bedoeld bij artikel 12 der verordening,
«zijn door hem, voor zooveel noodig, overgelegd.
«Overeenkomstig artikel 4 dier verordening heeft reques-
«trant recht op pensioen en wel berekend volgens artikel
«9a der verordening.
«Gedurende de laatste 60 maanden is door hem genoten
«eene toelage van f 250,en eene percentsgewijze be-
«looning ad f 293,50, te zamen uitmakende 543,50.
«De middelsom hiervan is per jaar f 108,70, terwijl
«"/jo daarvan f 86,96 bedraagt.
«Het bestuur van het pensioenfonds enz., heeft alzoo
«de eer den Raad in overweging te geven te besluiten
«aan adressant een pensioen toe te kennen van f 86,96
«per jaar".
BREDA, den lsten Maart 1895.
«Het bestuur van het pensioenfonds van de
«gemeente-ambtenarenenz.
De voorzitter
Ed. GULJÉ.
De secretaris
A. P. SCHELTUS.
De voorzitter betuigt den heer Scheltus zijn
dank voor het uitgebracht rapporten stelt voor
de conclusie van het rapport aan te nemen,
waartoe zonder bedenking besloten wordt.
