2 April 1895. 91 »Zooals ons uit een schrijven van de commissie van »beheer der gemeente-reiniging alhier gebleken is, nemen »de hoeveelheden verzameld straatvuil en faecaliën regel- »matig toe in verhouding tot de uitbreiding der bevolking, »doch zijn door de lagere verkoopprijzen de geldelijke «uitkomsten, hoewel bevredigend, minder gunstig dan in »het jaar 1893. »Het veranderlijk inkomen van den directeur houdt hiermede verband, zoodat, bij uitbreiding van werkzaam sheden, diens wed le geringer is dan in 1893. »De commissie voornoemd heeft hieruit aanleiding ge- snomen voor te stellen, in afwachting van eene nadere regeling der wedde van den directeur, hem, ten laste »van het dienstjaar 1894, eene gratificatie van f 200 te »verleenen. »Ons geheel met dat voorstel vereenigendehebben wij »de eer u in overweging te geven, aan den directeur der gemeente-reiniging alhier over 1894 eene gratificatie van »twee honderd gulden toe te kennen.» De heer Heijlaerts kan zich met dit voorstel ver eenigen vooral daarom, omdat de directeur zijne betrekking goed behartigt. Overigens houdt het voorstel verband met eene vroeger gedane belofte, toen het geven eener grati ficatie door spreker is aanbevolen. Op welken grond vraagt de heer Van Aken wordt eene gratificatie van f 200 toegekend De voorzitter doet den heer Van Aken de beweegredenen kennen, die geleid hebben tot het doen van het voorstel en voegt daarbij dat zulk een voorstel geschiedtin af wachting van eene nadere regeling der wedde van den directeur. Vervolgens vraagt de voorzitter, of de heer Van Aken stemming verlangt over het voorstel. De heer Van Aken antwoordt ontkennend. Daarop wordt het voorstel goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1895 | | pagina 91