92
2 April 1895.
9. Voorstel betrekkelijk het benoemen van een hoofd
commies voor de algemeene zaken ter gemeente-secretarie.
Bedoeld voorstel is vervat in het volgend schrijven van
burgemeester en wethouders alhier, van den 26. Maart 1895:
«Keeds bij ons schrijven van den llden Februari 1895,
«hadden wij de eer in verband met een daarbij gedaan
«voorstel uwe aandacht er op te vestigen, dat het
«numeriek personeel ter gemeente-secretarie geen gelijken
«tred heeft gehouden met de groote toename der bevolking
«in betrekkelijk weinige jaren.
«In 1870 telde de bevolking ruim 14000 en in 1894
«ruim 24000 zielen. Ondanks de werkzaamheden als ver-
«dubbeld mogen beschouwd worden raadsnotulen klom-
«men van 181 geschreven bladzijden tot 5 a 600 blz.
«druks; gemeenteverslag van 76 geschreven blz. tot een
«flink boekdeel; begrooting van f 128000,tot een half
«millioen; kiezers voor den gemeenteraad van 869 tot
«1607 en zoo voorts) bleef het getal ambtenaren ter
«secretarie beperkt tot vierevenals in 1870.
«Vóór dien tijd zelfs was er boven dit viertal nóg een
«ambtenaar, speciaal belast met militie, schutterij en in-
kwartieringeene betrekking, die later opgedragen is
«aan een der toenmalige ambtenaren en thans vervuld
«wordt door den commies, hebbende den persoonlijken
«titel van hoofdcommies, 't Behoeft geen betoog dat de
«werkzaamheden, aan den bedoelden tak van dienst ver-
«bonden, mede zeer zijn toegenomen.
«De overweging van dezen toestand heeft doen zien,
«dat de secretaris die jaarlijks 130 vergaderingen
«heeft bij te wonen en van die vergaderingen de notulen
«op te maken en de vele besluiten uit te werken heeft;
«die met de vele, niet bij name te noemen, bijkomende
«werkzaamheden, waaronder jaarverslagbegrooting, enz.,
«enz. tal van Zondagen zelfs niet tot zijne vrije dagen
«kan rekenen met dubbele werkzaamheden bezwaard
«is en bepaaldelijk een ambtenaar mist, die hem direct
«ter zijde staat, alsook dat geheel niet voorzien is in het
