404
7 Maart 1896.
Het bevelschrift wordt niet afgegeven dan nadat eene
attestatie de vita is overgelegdindien de titularis buiten de
gemeente woont en niet in persoon zijn pensioen ontvangt.
Art. 36.
De commissie doet binnen de eerste vier maanden van elk
jaar aan den gemeenteraad rekening en verantwoording van
de ontvangsten en uitgaven van het pensioenfonds over het
afgeloopen jaar. Zij legt daarbij een ontwerp van besluit
tot goedkeuring der rekening over, met eene toelichtende
memorie, waarin zij van den toestand van het fonds verslag
geeft.
Vorenstaande artikelen worden achtereenvolgens
zonder bedenking goedgekeurd.
Art. 37.
De inkomsten van het fonds, die niet volstrekt noodig zijn
tot bestrijding der uitgaven, worden belegd in schuldbrieven
ten laste der gemeente, in inschrijvingen op het grootboek
der nationale schuld, in aankoop van vaste goederen of in
hypothecaire schuldvorderingen. Alléén de rentenniet het
kapitaal, der eenmaal belegde gelden mogen tot bestrijding
der uitgaven worden gebezigd.
De heer Scheltus vraagt, of in hetonderwerpelijkeartikel
ook niet gesproken moet worden van eene belegging der
gelden op de spaarbank, omdat meermalen gelden worden
gedeponeerd bij de spaarbank van de Maatschappij tot nut
van 't algemeen.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend, omdat
deze belegging slechts van tijdelijken aard is, waarna het
betrokken artikel wordt goedgekeurd.