21 Maart 1896.
115
ders geene bezwaren bestaan aan het verzoek van adressant
te voldoen.
Zonder bedenking wordt alsnn besloten aan .1.
Schets voornoemd opnienw voor den tijd van drie
jaren, ingaande 1 Mei 1896, onderhands te verhuren
het hiervoor sub a. b en c omschrevene, tegen eene
jaarlijksche hnursom van drie honderd gulden en
verder onder de daarvoor reeds vroeger vastgestelde
voorwaarden.
5. Voorstel tot aanvulling en vaststelling van den staat,
bedoeld in artikel 2 der pensioenverordening van d e gemeente
ambtenaren en hunne weduwen en weezen.
Tot dit voorstel betrekkelijk wordt gelezen een schrijven
van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs
te Breda, houdende mededeeling, dat het der commissie
voorkomt te zijn alleszins in liet belang van het onderwijs
aan de hoogere burgerschool alhier, dat de leeraren, aan die
inrichting werkzaam, worden gebracht op den staat, bedoeld
bij artikel 2 van voorschreven pensioen verordening.
De voorzitter zegt, dat overeenkomstig gemeld schrij
ven en mede in verband met het adres der leeraren aan de
hoogere burgerschool, de directeur en leeraren, aan deze
inrichting verbonden, thans zijn gebracht op den staat, be
doeld bij art. 2 der pensioenverordening. Spreker stelt voor
dien staat vast te stellen, zooals die met enkele verdere
wijzigingen ter visie voor de leden heeft gelegen.
Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig be
sloten en alzoo vastgesteld de volgende staat, be-
hoorende bij artikel 2 van de pensioenverordening
AMBACHTSSCHOOL.
Directeur. Onderwijzers. Con
cierge.