4 Januari 1896.
11
ingrijpenden maatregel te nemen. Spreker aclit liet voorstel
derhalve wel wat prematuur. Hij vindt het gewaagd, om
het aantal brandgasten te beperken, aangezien sedert <le
reorganisatie der brandweer nog geen enkele brand van eenig
aanbelang heeft plaats gevonden. liet voorstel tot verhooging
der bezoldiging van het brandweerpersoneel kan evenwel
sprekers goedkeuring ten volle wegdragen.
Het had reeds bij de behandeling der verordening zijne
aandacht getrokken, dat die lieden zoo slecht betaald werden.
Wanneer wij in den laatsten tijd geene branden van eenig
aanbelang hebben moeten constateeren, dan is dit juist een
bewijs voor de goede organisatie der brandweer, zegt de
voorzitter.
De heer Reigersman acht de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat op twee of meer plaatsen gelijktijdig brand ontstaat.
De spuitgasten zijn bovendien personen, die uit den aard van
hun beroep, meer dan iemand anders, aan ziekten bloot staan.
Ook bij epidemieën is dezelfde vrees voor verhindering van
het personeel te duchten. Spreker blijft derhalve den voor
genomen maatregel eenigszins gewaagd vinden.
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders
zich volkomen met het voorstel van het college van brand
meesters kunnen vereenigen. Rij het gelijktijdig uitbreken
van brand op meer dan ééne plaats kunnen ook de overige
kringen gealarmeerd worden.
Den heer Bloemarts komt het voor, wanneer men zich
op het terrein begeeft, waarop de heer Reigersman zich heelt
geplaatst, dat men dan nooit met zekerheid kan zeggen of
het personeel der brandweer wel voldoende zal zijn. De
statistiek der laatste 20 jaren heeft echter geleerddat
branden van eenigszins belangrijken omvang in ons land tot
de zeldzaamheden behooren. Het argument, door het college
van brandmeesters aangevoerd, om de belooning van het