21 Maart 189(1. moet het beheer worden gevoerd door burgemeester en wet houders, die evenwel hulp vragen van den raad, om hen in deze takken van beheer bij te staan. Wordt de commissie uitsluitend samengesteld uit raadsleden, niet tot het college van dagelijksch bestuur behoorende, dan kan die com missie slechts opreden als adviseerend lichaam, want het beheer en het toezicht blijven aan burgemeester en wethou ders opgedragen. De heer VeusciikaAgk wijst er nader op dat, bij homoge niteit, het dagelijksch bestuur in die commissie steeds de voorhand zal hebben. De heer Sassen schaart zich aan de zijde van den vorigen spreker. De gemeentewet spreekt alleen van commissiën van bijstand, zoodat slechts overwogen dient te worden de vraag, of de bijstanddien burgemeester en wethouders ver langen, noodzakelijk is, terwijl de keuze der leden geheel aan den raad moet worden overgelaten. Zooals het voorstel thans luidt, wordt het eene uitbreiding van het dagelijksch bestuur en voor dergelijke commissie weet spreker geen naam te vinden. De voorzitter zegt. dat burgemeester en wethouders, vol gens het onderwerpelijke artikel, het medebeheer over de betrokken inrichtingen wenschen op te dragen aan drie leden van den gemeenteraadom gezamenlijk met het dagelijksch bestuur het beheer en toezicht uit te oefenen. Van eene commissie van beheer kan toch evenmin sprake zijnmeent de heer Sassen want het beheer blijft in ieder geval bij burgemeester en wethouders. De heer Heijlaerts vraagt, of aan de geopperde bezwaren niet kan worden tegemoet gekomen door het aantal com missieleden uit den raad te brengen op vier.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 121