'21 Maart 1896. Het is den heer Bloemarts nog niet voldoende gebleken dat liet beheer zoo omvangrijk is, dat burgemeester en wethouders daartoe de medewerking behoeven van eene speciale commissie, evenmin welke bezwaren er verbonden zijn aan de benoeming een er commissie van bijstanddie alleen optreedt als adviseerend lichaam. Wanneer burgemeester en wethouders met opzicht tot de betrokken inrichtingen een voorstel doen, zou eene zelfstan dige commissie, die den raad afzonderlijk van advies kan dienen, menigmaal van groot nut kunnen zijn. Volgens de voorgestelde regeling zal alleen het gevoelen der meerderheid van ééne commissie worden weergegeven, ofschoon in den boezem dier commissie de gevoelens somtijds zeer uiteenloo pend kunnen zijn. Be voorzitter zegt, dat het beheer der gasfabriek tot dusver door de bestaande commissie wordt gevoerd. Op het einde van elke maand worden de rekeningen aan burge meester en wethouders ingezonden, omdat alle uitgaven in de gemeente-rekening moeten verantwoord worden. Op die wijze ontstaat derhalve een tweeledig beheer, hetgeen minder gewenscht is. De heer Bloemarts wijst erop, dat hij nog geen bepaald antwoord bekomen heeft op de vraag, of het beheer zoo omvangrijk is, dat burgemeester en wethouders dit niet alleen kunnen doen. Overigens hecht spreker in bepaalde gevallen eene bijzondere waarde aan het advies eener zelf standige commissie. De commissie-vergaderingen worden minstens éénmaal in de maand gehouden en zijn soms van zeer belangrijken aard, zegt de voorzitter. De heer Rombouts is van oordeel, dat de bepalingen der gemeentewet geen bezwaar opleveren om de commissie samen te stellen op de wijze als in de verordening wordt voorge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 122