'21 Maakt 1896. De directeur, boekhouder of andere gemeente-ambtenaren, wonen, daartoe uitgenoodigd.de vergaderingen der commissie bij. De heer Sciieltus vraagt, of de tweede zinsnede van dit artikel niet kan vervallen. Spreker meent, dat die bepalingen eerder thuis behooren in de instruction voor die ambtenaren. De voorzitter stelt alsnu voor de tweede zinsnede van bovengenoemd artikel te doen vervallen. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten, waarna het artikel, aldus gewijzigd, wordt goedgekeurd. Art. i. Alle besluiten der commissie worden met volstrekte meer derheid van stemmen genomen; ingeval de stemmen staken, wordt het nemen van een besluit, spoedeischende gevallen uitgezonderd, tot eene volgende vergadering uitgesteldin spoedeischende gevallen of wanneer in eene volgende verga dering weder de stemmen staken, beslist: bij benoemingen of bij het doen eener in art. 6 bedoelde voordracht het lot. in andere zaken de voorzitter. Art. 5. De gemeente-secretaris is als zoodanig secretaris van de commissie. Bij diens verhindering, wordt hij vervangen door een amb tenaar der secretarie, daartoe door den voorzitter aangewezen» Art. 6. De directeur, boekhouder en opzichters worden benoemd door den gemeenteraad uit eene door de commissie op te maken voordracht van minstens twee personen; hunne wed den worden door den gemeenteraad vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 125