21 Maart 1896.
•127
Art. 11.
Art. 12.
Art. 13.
Deze artikelen worden achtereenvolgens zonder
bedenking goedgekeurd.
De vereischtc instruction voor de in art. 6 bedoelde amb
tenaren worden door de commissie vastgesteld en aan den
gemeenteraad medegedeeld.
De heer Sciieltus vraagt, waartoe het dient, dat de in
struction aan den gemeenteraad worden medegedeeld.
Na eene korte toelichting dezer vraag door den
voorzitter, wordt het artikel goedgekeurd.
Deze verordening treedt in werking den lslen April 1896.
Overgangsbepaling.
De in art. 1 bedoelde drie leden van den gemeenteraad
worden voor de eerste maal te gelijk benoemd, en wel vóór
den lston April 1896, op welk tijdstip de bestaande commis
sion voor de gasfabriek en hoogdrukwaterleiding ontbonden
zijn.
De thans in dienst zijnde ambtenaren, voor zoover zij niet
door den gemeenteraad benoemd zijn, blijven in lumne
function, zonder nog speciale benoeming door den gemeen
teraad, gehandhaafd.
Deze bepaling geldt eveneens voor de bezoldiging, welke
zij bij het in werking treden dezer verordening genieten.
Beide artikelen worden zonder bedenking goed
gekeurd.