21 Maart 1896.
187
De heer Reigersman, gehoord de discussion, verklaart dat
hij zich ook wel met plan a lean vereenigen.
De heer Bloemarts wijst erop, dat uit de discussion valt
af te leiden, alsof de totstandkoming van één der heide
plannen reeds als beslist moet worden beschouwd, doch
spreker vindt nog geene vrijheid, om zijne stem aan een of
ander voorstel te geven. Het komt hem voor, dat, waar
aanvankelijk f 2600,voor het in orde brengen van den hoofd
ingang is uitgetrokken, het niet aangaat, om die uitgaaf in
eens met 1000,te verhoogen. Spreker vertrouwt, dat
burgemeester en wethouders en de bouwcommissie hem de
opmerking, dat er wellicht iets beters te vinden is, ten
goede zullen houden.
Wanneer besloten werd tot het uitschrijven eener prijsvraag,
is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat voor minder geld
aan een doelmatiger plan de voorkeur kon worden gegeven.
Spreker heeft alle respect voor de kennis der ontwerpers,
doch waar de uitgavenaan beide plannen verbondenzóóver
het begrootingscijfer overtreffen, kan hij geene vrijheid vin
den, om zijne stem daaraan te schenken.
De heer Sassen zegt, dat de bouwcommissie heden geene
aangename taak te vervullen heeft. Eerst vond haar
voorstel ten opzichte der woning van den directeur der ge
meente-reiniging bestrijding en thans geldt het de plannen
voor den hoofdingang van het Valkenberg. Spreker zegt,
dat het uitschrijven eener prijsvraag de uitgaven nog meer
zal doen stijgen. Het is vooral het in orde brengen der
zijmuren, dat de hoogere kosten veroorzaakt.
De voorzitter zegtdat het is eene uitgaaf voor eens
en deze, wil men iets sierlijks tot stand brengen, niet als
te hoog moet worden aangemerkt.
Allereerst wordt alsnu in stemming gebracht het voorstel tot
het maken van een ijzeren afsluithekzooals op de overge-