4 Januari 1896. 13 «Het belastingjaar begint den lsten Januari en eindigt den »31slen December. «Tot grondslag der berekening van het inkomen wordt «genomen de toestand bij den aanvang van het belastingjaar, »of voor hen, die zich eerst in den loop van het jaar binnen «de gemeente metterwoon gevestigd hebben, het tijdstip van «vestiging.» De voorzitter, herinnerende aan de beslissing van gede puteerde staten ten aanzien der reclame van den heer Lanzing en de daaromtrent in de vorige vergadering gehouden be sprekingen, zegt, dat door de voorgestelde wijziging elke twijfel ten opzichte van den aanvang van het belastingjaar is weggenomen en geeft mitsdien in overweging het onder- werpelijke voorstel goed te keuren. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 8. Ontwerp-besluit tot het aangaan eener tijdelijke geldleening ad 81000.van den volgenden inhoud: »De raad der gemeente Breda; «Gelet op zijn besluit van den 17llcn Augustus 1895: a. «tot het bestendigen eener tijdelijke geldleening van «ƒ50 000,(begrooting 1894) en het aangaan eener «nieuwe tijdelijke geldleening van 34 000,(begroo- «ting 1895), samen ƒ84000,—, tegen eene rente van «drie ten honderd 'sjaars en zulks tot bestrijding der «kosten van openbare werken en tot aflossing van in «1894 en 1895 tijdelijk genegotieerde gelden ten «bedrage van 50 000,a 3x/2 en b. «burgemeester en wethouders te machtigen deze gelden «tegen pari bij de Amsterdamsche bank op te nemen, «in eens of bij gedeelten, naar mate de behoefte zich «daaraan zal doen gevoelen en het belang der gemeente «zulks medebrengt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 13