11 April 1896. 143 »ging. Zijn verscheiden doet ons leed en zijne nagedach tenis zal in dankbare eer blijven voortleven." De vergadering betuigt hare instemming met het gesprokene door den voorzitter, waarna het onderwerpelijke schrijven voor kennisgeving wordt aangenomen. 2. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant, als: a. in dato 19 Maart 1896, G, n°. 66, 2llc afdeeling, 3||C bureau, houdende goedkeuring van het besluit dezer vergadering tot onderhandschen verkoop van grond aan »de Kloosterlaan" aan A. Janssen weduwe van P. Meeren en haren zoon J. J. Meeren, J. C. Raming, J. van Tilburg en L. Verpalen; b. in dato 1 April 1896, G, n°. 38, 2llu afdeeling, 3,le bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot wijziging der begrooting voor het dienstjaar 1895 door verhooging van hoofdstuk IV, art. '13 der ont vangsten (opbrengst der gemeentelijke gasfabriek), met 7082,98® en verhooging van hoofdstuk III, art. 71 der uitgaven (exploitatiekosten dier fabriek), met gelijk bedrag; c. in dato 1 April 1896, G, 11°. 37, 2,lc afdeeling, 3'10 bureau, houdende goedkeuring van het raadsbesluit, om in de begrooting voor het dienstjaar 1895 af te schrijven van hoofdstuk VI, afdeeling I, art. 20 dei- uitgaven (kosten der ambachtsschool), een bedrag van f 12,225 en deze som over te schrijven op hoofdstuk IV art. 8 der uitgaven (onderhoudskosten van woningen gebouwd uit het legaat van wijlen dr. Van Cooth); d. in dato 26 Maart 1896, G, n°. 91 2llc afdeeling, 3Jo bureau, houdende, dat geene termen zijn gevon den, om den aanslag van J. F. Marijnissen in den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 143