41 April 1896.
149
voormelde rekeningen twee gelijkluidende hoofden van rekening
in het 3% grootboek bestaan
dat het wenschelijk is, dat de gelijkluidende rekeningen ge
combineerd worden, waarom de voorzitter het voorstel
doet, om de kapitalen, hiervoor nader omschreven, over te
brengen op de reeds vroeger in het 3% grootboek bestaande
rekeningen en één der leden van den raad te machtigen, om
de daarvoor benoodigde overschrijvingsbiljetten te teekenen.
De vergadering geeft hare goedkeuring aan het
voorstel en machtigt den heer Eduard Hendrik
Antonius Guljé, burgemeester van de gemeente
Bredaom de noodige stukken te onderteekenen.
12. Nota van aanmerkingen, bij de gedeputeerde staten
van Noord-Brabant, gevallen op de rekening dezer gemeente
over het dienstjaar 1894.
Het antwoord van burgemeester en wethouders
wordt voorgelezen, waarna besloten wordt zich met
den inhoud ervan te vereenigen en aldus de gemaakte
bedenkingen te weerleggen.
13. Ontwerp-besluit, betrekkelijk het verleenen van vrij
stelling van de betaling der personeele belasting aan ambtenaren,
aan wier betrekking het kosteloos genot van woning verbonden
is, luidende als volgt:
«De raad der gemeente Breda;
«Overwegende, dat aan verschillende gemeente-ambten het
«kosteloos genot van woning verbonden is
«dat in dit genot voor het eene ambt begrepen wordt
«vrijstelling van het betalen der personeele belasting, voor
«zoover de eerste drie grondslagen betreft, en voor het andere
«niet
«heeft besloten: