11 April 1896. 151 omdat het hier geldt eene nieuwe zaak, waarvan de raad de financieele gevolgen niet kent. De voorzitter zegtdat het voorstel met geen ander doel is gedaandan om de verschillende ambtenarendie in het genot van vrije woning zijn, ook met betrekking tot den vrijdom van personeele belasting, gelijk te stellen. Spre ker vindt geen bezwaar om het voorstel aan te houden tot eene volgende vergadering, nadat door burgemeester en wethouder^ daaraan eene opgaaf van de meerdere uitgaven voor de gemeente zal zijn toegevoegd. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig be sloten. 14. Ontwerp-besluit tot vaststelling voor verschillende amb tenaren van den grondslag voor de berekening van hunne bijdragen voor pensioen, van den volgenden inhoud: »De raad der gemeente Breda «Gelet op de laatste zinsnede van art. 25 der verordening «tot regeling van de pensioenen der gemeente-ambtenaren »en hunne weduwen en weezen te Bredavastgesteld hij »raadsbesluit van den 7. Maart 1896; «Overwegendedat aan verschillende gemeente-ambten »het kosteloos genot van woning, en bovendien aan enkele «dier ambten het kosteloos genot van vuur, licht en wa terleiding verbonden is; »Heeft beslotenvoor zoover door de betrokken gemeente sambtenaren tot het fonds zal worden toegetredenden «grondslag voor de berekening van de bijdragen voor hun «pensioen vast te stellen als van:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 151