'11 April 1896.
159
nu dat cijfer niet is gedaald, maar aan de school van den
heer Vam Wiechen met 8 is vermeerderd, is het de plicht
van den raad, om uitvoering te geven aan zijn eenmaal ge
nomen besluit. Wat er zal geschieden bij de eerstvolgende
aanneming op de school van den heer Tromp, is nog niet
met juistheid bekend, ofschoon reeds vele aanvragen om
plaatsing tegen Mei e. k. zijn ingekomen. Hieruit blijkt dus
genoegzaam, dat er behoefte is aan gelegenheid tot onderwijs
op eene tusschenschool en daarmede moet de raad rekening
houden. Werd bij de behandeling der jongste begrooting
ook gesproken over gebrek aan plaats op de armenscholen,
dan zal hierin, meent spreker, eene wijziging worden gebracht
door de opening der bijzondere school aan de Leuvenaarsstraat
op 15 Juni aanstaande. Deze school zal bestaan uit 3 klassen
meer dan die in de Karrestraat, zoodat in het genot van
kosteloos onderwijs in den ruimsten zin zal zijn voorzien.
Wanneer men een overzicht neemt van de bevolking van
Breda, dan zal blijken, dat de meeste behoeftigen wonen ten
westen van de Haven. In die wijk is tot nog toe slechts
ééne kostelooze school, zoodat de opening der Vincentiusschool
daar in eene ware behoefte voorziet. Blijkt later echter, dat
het plaatsgebrek op de openbare kostelooze scholen er niet
door vermindert, dan zullen burgemeester en wethouders niet
aarzelen een voorstel te doen tot uitbreiding van het openbaar
kosteloos onderwijs.
De heer Van Dam is het met den vorigen spreker eens
en noemt het voorstel van den heer Sassen betrekkelijk eenig.
Uit eerbied voor den raad en uit overweging, dat het voorstel
eerst na rijp beraad is tot stand gekomen, mag men thans
niet reageeren tegen het eenmaal genomen besluit, zoolang
niet is aangetoond, dat de toestand geheel veranderd is.
Spreker kan de verzekering geven, dat door de nieuwe regeling
bij het bijzonder onderwijs aan 150 kinderen de gelegenheid
zal worden verstrekt tot het erlangen van kosteloos onderwijs,
zoodat er geene directe noodzakelijkheid bestaat, om tot eene