100 11 April 1890. verdere uitbreiding van liet openbaar onderwijs over te gaan dan is voorgesteld. De voorzitter acht zich verplicht om de bewering van den heer Teïchiné, dat de meeste schoolautoriteiten tegen eene twaalfklassige school zijn, tegen te spreken. In Am sterdam bestaan de meeste openbare scholen uit 12 klassen. De vijf eerste openbare scholen zijn alle op die wijze ingedeeld, terwijl thans weer eene dergelijke school wordt aanbesteed met twaalf klassen. Rotterdam telt 18 kostelooze scholen, waarvan 12 met minsiens 12 onderwijzers, 24 tusschenscholen, waarvan 14 met 12 onderwijzers of meer en 4 met 11 on derwijzers, behalve het hoofd der school. In dit opzicht, zegt spreker, staan wij dus niet alleen. De heer Sassen meent door zijn voorstel, om het plan aan te houden en inmiddels te verzenden naar burgemeester en wethouders om inlichtingen, te hebben aangetoond, dat hij wel eerbied gevoelt voor genomen raadsbesluiten. Volgens spreker gaat de redeneering van den heer Rombouts mank, waar deze eene afwachtende houding wil aannemen wat de kostelooze en niet wat de betalende scholen betreft. Volgens het verslag wordt het aantal kinderen, dat geene plaatsing op de tusschenscholen kon erlangen, aangegeven met 50. Door het openen der bijzondere school zal men een heel anderen toestand verkrijgen, omdat officieel is medegedeeld, dat de nieuwe bijzondere school als betalende school zal worden in gebruik genomen. Of is het de bedoeling, dat de scholen leeg zullen staan, vraagt spreker. De heer Van Dam deelt mede, dat nog geene beslissing genomen is, welke bestemming aan de nieuw te bouwen bijzondere school zal worden gegeven. De heer Van Hal onderschrijft hetgeen door de heeren Van Dam en Rombouts is in het midden gebracht. Het. argument, dat de toestand thans veranderd zou zijn, acht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 160