ONTWERP. 23 April 1896. Tegenwoordig de heeren J. A. VAN AKEN, J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGENHOUSZ, .1. E. VREEDE, F. .1. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAMpir. P. BLOEM- ARTS, W. G. H. ROMBO.UTS, A. P. SCHELTUS, H. A. SASSEN, B. C. VAN DONGEN, J. A. J. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, J. J. NELISSEN, mr. Th. MATRON en E. H. A. GULJE, burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren A. J. A. VERSCHRAAGE enJ. LIJDS- MAN. Eéne vacature. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 11 April 1896, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voor-melde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde: A. Ingekomen stukken. 1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-Bra bant, als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 169