'25 April 1896. heer Reigersman en 1 op den heer Rombouts, zoodat met volstrekte meerderheid van stemmen tot eerste lid benoemd is de heer mr. A. Reigersman. (De heer Mathon komt ter vergadering). Tweede lid. Er worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan 15 op den heer Van Dam en 1 op den heer Rombouts, zoodat tot tweede lid benoemd is de heer mr. M. P. M. van Dam. Stemming voor twee plaatsvervangende leden. Eerste lid. Er worden ingeleverd 16 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer Rombouts, zoodat tot eerste plaatsvervangend lid benoemd is de heer W. G. H. Rombouts. Tweede lid. Er worden uitgebracht 16 stemmen, waarvan 15 op den heer Van Hal, terwijl één briefje in blanco is ingeleverd, zoodat tot tweede plaatsvervangend lid benoemd is de heer J. A. J. W. van Hal. 6. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting, om in de gemeente-begrooting, dienst 1895, af te schrijven van hoofdstuk VI, afd. II, art. '2, der uitgaven (verplegingskosten van behoeftige krankzinnigen) een bedrag van f 500,en deze som over te schrijven op hoofdstuk V, art. 4, der uitgaven (aflossing van schulden). Zonder bedenking wordt de voorgestelde wijziging der begrooting, dienst 1895, goedgekeurd. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent het toekennen van vrijdom van personeele belasting, voor zooveel de eerste drie grondslagen betreft, aan ambtenaren die in het kosteloos genot zijn van woning.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 172