25 April 1896.
175
besluit berusten. Bovendien worden die uitgaven jaarlijks in
de gemeente-rekening gevalideerd, zonder dat daartegen be
denkingen zijn gerezen. Spreker is liet niet bekend, dat niet
alle ambtenaren der gemeente, die in liet kosteloos genot
van woning zijn, op den overgelegden staat zouden voorko
men en vraagt welke ambtenaren de heer Scheltus hierbij
op het oog heeft.
De heer Scheltus bedoelt de ambtenaren bij het openbaar
onderwijs.
Deze ambtenaren genieten vrije woning of vergoeding
daarvoor krachtens de bepalingen der onderwijswet, zegt de
voorzitter. Ten aanzien der betaling van een gedeelte
der bedrijfsbelasting ten behoeve van den directeur der gas
fabriek, doet spreker opmerken, dat, behalve de gemeente,
ook de directeur en boekhouder der gasfabriek vroeger
patentplichtig waren, omdat de gemeente aan particulieren
gas levert. Die patentbelasting werd steeds door de gemeente
betaald en de bedrijfsbelasting van den directeur wordt tot
geen hooger bedrag vergoed dan indertijd de patentaanslag
heeft bedragen.
De heer Romrouts heeft het voorstel toegejuicht om daar
door tot eene zuivere oplossing van de zaak te komen.
Spreker beaamt het gezegde van den heer Scheltus, dat
ook hij niet weet, waar al die vrijstellingen vandaan komen.
Persoonlijk kan spreker zich ook met het voorstel vereenigen,
omdat de woning een gedeelte van de wedde uitmaakt en
alzoo geenszins als een cadeau kan worden aangemerkt. Het
is eene verplichting voor den ambtenaar om te wonen in
een huis, dat de gemeente bouwt op hare wijze, zonder
daarbij rekening te houden met de vraag, of die woning
voor den betrokken ambtenaar niet veel te groot is en daar
door hoog in dc belasting komt. Naast de verplichting voor