182
25 April 1890.
waaruit blijkt dat zij geen bezwaar tégen de
bovenstaande voorwaarden hebben.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
van artikel 2 der verordening, regelende den rang, het getal,
de bezoldiging en de benoeming van de ambtenaren en be
dienden, belast met de gemeente-reiniging en de verzameling
van faecale stoffen in de gemeente Breda, vastgesteld bij
raadsbesluit van 3 November 1877 en gewijzigd bij raads
besluiten van 22 December 1883 en 17 Augustus 1895.
Wordt voorgesteld artikel 2 dier verordening te lezen als
volgt
«De directeur wordt door den raad benoemd, geschorst en
«ontslagen.
«Daartoe ontvangt de raad eene voordracht van drie per-
«sonen, door burgemeester en wethouders in te dienen.
«Voorïoopige schorsing geschiedt door burgemeester en
«wethouders, die daarvan in de eerstvolgende raadsvergade-
«ring kennis geven".
Met het oog op de meermalen plaats gehad hebbende
wijzigingen wordt dooi' burgemeester en wethouders nog
voorgesteld, om de hierbedoelde verordening opnieuw vast
te stellen en te doen drukken.
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
Den heer Reigersman komt de redactie wel eenigszins
vreemd voor. Spreker geeft in overweging om het woord
«daartoe" in de tweede zinsnede van art. 2 te doen vervan
gen door de woorden «voor de benoeming".
De voorzitter dankt den vorigen spreker voor zijne
juiste opmerking en stelt voor, om, met inachtneming dezer
redactie-wijziging, art. 2 van bovenbedoelde verordening goed
te keuren en de geheele verordening daarna opnieuw vast
te stellen en te doen drukken,