188 25 April 1896. «tweede door het voortdurend kosteloos gebruik van gas en «cokes. «Doch met dit alles kan in de steeds stijgende behoeften, «welke het groot aantal leerlingen medebrengt, zelfs met be- «trachting van de meest mogelijke zuinigheid, niet naar be- «hooren worden voorzien. «Naar onze bescheiden meening staan twee wegen open «om, waarschijnlijk blijvend, in de behoeften te kunnen voor szien en wel: «1°. door gebruik te maken van de betrekkelijke verorde- «ning, waarbij, bij gebrek aan beschikbare ruimte, de leer- «lingcn, wonende binnen Breda, in de eerste plaats toe te «laten en alzoo die van buitengemeenten te weigeren, of wel 2°. door het verkrijgen van subsidien de geldmiddelen te «versterken. «Het eerste middel moge in overeenstemming zijn met de «bewoordingen van het testament van den erflater, waar hij «in den aanhef zegt: «Ik legateer aan de gemeente Breda «enz.", of het den geest bevat is cene andere vraag en vol- «gens de wijze, waarop men de zaak van het ambachtsonder- swijs tegenwoordig als volksbelang beschouwt, is het zeer «zeker niet. «Intusschen iets zal er moeten gedaan worden. «Nu is het waar, dat wijlen dr. van Cootii pene voldoende «sóm heeft gelegateerd oin Bredasche jongelieden eenevakop- «leiding te bezorgen en alzoo, volgens'onze zienswijze, van den «gemeenteraad niet kan en mag worden geëischt, dat die «inrichting van gemeentewege worde gesubsidieerd, doch be- «schouwt men de inrichting uit een oogpunt van algemeen «volksbelang, waaronder ze veilig kan worden gerangschikt, «omdat ruim Vs der leerlingen van buiten Breda gelegen ge smeenten afkomstig zijn, dan is de vraag gerechtvaardigd of «de provincie Noord-Brabant niet even als andere provinciën,, «welke reeds zijn voorgegaan, geroepen is ook haren steun aan «de opleiding tot ambachtslieden te verleenen, welk voorbeeld «dan later, zoo noodig, zeer zeker door den Staat zal worden «gevolgd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 188