190 25 April 1896 De voorzitter stelt alsnu voor, om het onderwerpelijk schrijven ter visie te leggen, aangezien aan eene circulatie nog al bezwaren zijn verbonden. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 13. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant van 1 April 1896, G, n°. 23, 2llc afdeeling, 3de bureau, houdende bedenkingen tegen de ingezonden verordening, re gelende de samenstelling en den werkkring der commissie voor de gasfabriek en de hoogdrukwaterleiding in deze ge meente. De voorzitter stelt voor deze verordening met het hierbedoeld schrijven terug te zenden naar burgemeester en wethouders om inlichtingen en, zoo noodig, tot het doen van een voorstel tot wijziging der betrekkelijke verordening. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten. 14. Stukken betrekkelijk de benoeming van een keurmees ter van slachtvee en vleesch in de gemeente Breda. De voorzitter vraagt, of de raad bereid is tot de be noeming over te gaan. Nadat de raad zijn verlangen daartoe had te kennen gege ven, wordt tot stemming overgegaan. Er worden ingeleverd 16 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van D. van Gruting. Zoodat is benoemd tot keurmeester van slachtvee en vleesch in de gemeente Breda de heer Daniel van Gruting, gediplomeerd veearts, thans tijdelijk adsistent aan de rijksveeartsenijschool te Utrecht, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 190