ONTWERP. 9 Mei 1896. Tegenwoordig de lieeren J. A VAN AKEN, H. A. SASSEN, J. J. L TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ, J. E. VREEDE, mr. P. BLOEMARTS, W. G. II. ROMBOUTS, A. P. SCIIELTUS, J. LIJDSMAN, mr. Tii. MATRON, J. J. NELISSEN, B. C. YAN DONGEN, i. A. ,1. W. VAN HAL, mr. A. REIGERSMAN, F. J. M. HEIJLAERTS en E. H. A. GUL.l burgemeester, (voorzitter. Afwezig de lieer mr. M. P. M. VAN DAM. Eéne vacature. De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer Van Dam, daarbij kennis gevende, dat hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Vervolgens zegt de voorzitter, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 25 April 1896, overeen komstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 193