9 Mei 1896.
197
De voorzitter is van meening, dat de meeste leden
reeds vroeger van de daaromtrent gevoerde briefwisseling
hebben kennis genomen. Spreker vindt intusschen geen
bezwaar, om aan het verlangen van den vorigen spreker
tegemoet te komen en het onderwerpelijke adres opnieuw
ter visie te leggen voor de leden onder bijvoeging van al de
daarop betrekking hebbende bescheiden.
Zonder verdere beraadslaging wordt hiertoe be
sloten.
7. Schrijven van burgemeester en wethouders in dato
4 Mei 1896, nt 441, houdende aanbeveling van candidaten
voor leden van het burgerlijk armbestuur alhier, als
a. ter voorziening in de vacature, ten gevolge van de
periodieke aftreding op 1 Juni 1896 van den heer
H. H. van Mierlo.
Worden aanbevolen de heeren
10. H. H. van Mierlo, aftredend lid, en
20. Ch. Laurijssen.
b. ter voorziening in de vacature, ontstaan door het
overlijden van den heer K. G. Oukoop.
Worden aanbevolen de heeren:
10. J. M. Rosman en
20. mi'. H. R. van Maasdijk.
De voorzitter verzoekt den heeren Van Aken en Rom-
isoüts als stemopncmers te willen fungeeren.
Alsnu wordt overgegaan tot stemming.
lo. Voor do vacature Van Mierlo.
Er worden ingeleverd 17 stembriefjes, die alle blijken den
naam te bevatten van den heer II. II. van Mierlo.