200 9 Mei 1890. «de eerste drie grondslagen betreft, té wetenhuurwaarde »deuren en vensters, en haardsteden, zoowel van de «hoofdsom als van do opcenten. b. »De hieronder vermelde in dienst zijnde gemeente-ambte- «naron, die thans zijn vrijgesteld van de betaling der «rijks-personeele belasting van de door hen bewoonde «panden zoover de eerste drie grondslagen betreft, blijven »in het genot dier vrijstelling gehandhaafd: 1°. »P. W. Paijf.ns, directeur der gasfabriek en hoogdruk swaterleiding, 2°. .1G. Si.ipf.stf.iin, gemeente-apotheker, 3°. »J. Ki.aai.isen, meesterknecht aan de mestvaalt, 4°. »K. A. Waskowsky," machinist waterleiding, 5°. )),T. Grootens, stoker idem, 6°. »J. Mulders, bewaarder watertoren. c. «De bedrijfsbelasting is ten laste van de gemeente-amb- «tenaren, zonder uitzondering". Vorenstaand ontwerp-besluit was vergezeld van het volgend schrijven van burgemeester en wethouders: «Bij de aanbieding van het nevensgaand ontwerp-raads- «besluit, gevoelen wij ons genoopt twee bijzondere gevallen «aan uwe beslissing te onderwerpen 1°. «Toen de heer Waals het pand bewoonde aan de «Zwaanstraat, werd de personecle belasting in haar geheel «door hem zeiven betaald, zonder eenige tegemoetkoming. «Tijdens hij in den. toren der waterleiding woonde, werd «do belasting (eerste drie grondslagen) genomen voor «rekening der gemeente. «Later is hem de woning in het Valkenberg aangewezen. «De vraag rijst nu, of hij den genoten vrijdom kan «blijven genieten. 2°. «Do heer H. Berndes, die ƒ200,vergoeding ontvangt «voor het gemis van vrije woning, zal eerlang de te «bouwen woning nabij de mestvaalt betrekken. «Bij de beraadslagingen over dit onderwerp (zie raads-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 200