208
9 Mei 1890.
sloopen en op den daardoor verkregen grond,
in vereeniging met den gekochten grond, een
woonhuis met bovenwoning te bouwen, waarvan
de naar de openbare straat gekeerde gevel,
die op de nieuwe rooilijn moet worden gebouwd,
geene mindere hoogte dan acht meter boven
de kruin der straat mag hebben;
dat door de koopers of hunne rechtverkrij
genden op den gekochten grond of op de
biervoor genoemde perceclen nimmer achter
woningen, bergplaatsen van lompen, beenderen
of andere voor de gezondheid schadelijke stoffen
worden opgericht;
dat door de koopers of hunne rechtverkrijgenden
in de op den gekochten grond of de hiervoor
genoemde perceelen te stichten gebouwen geen
bedrijven van herbergier, koffiehuis-, bierhuis-,
logementhouder of dergelijke mogen worden
uitgeoefend
dat, wanneer de koopers of hunne rechtver
krijgenden aan één der hieivoor gestelde
voorwaarden niot mochten voldoen, na te hunnen
koste in gebreke te zijn gesteld, voor eiken
dag verzuim eene boete zullen verbeuren van
één gulden ten behoeve der gemeente;
dat de betaling der kooppenningen zal geschie
den bij de onderteekening der akte ten kantore
en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger;
en
dat de kosten van zegels, leges, registratie,
overschrijving in de openbare registers en alle
andere op deze verkooping vallende, ten laste
zijn der koopers.
12. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij
met het oog op de 2,le alinea van art, 54 der gemeentewet