4 Januari 1896. 21 op de rooilijn der openbare straat, getrokken uit den oostelijken »hoek van het perceel kadastraal bekend gemeente Breda, «sectie B, n°. 4210; ten zuidoosten door de openbare straat «genaamd »de Kloosterlaan"ten zuidwesten door gemeente- «grond volgens eene lijn, getrokken op een evenwijdigen «afstand van zeven meter van de eerste lijn en ten noord swesten door het perceel kadastraal bekend gemeente Breda, «sectie B, n°. 4210. Art. 2. «Contractant ter andere zijde verbindt zich tot het «volgende a. «den gekochten grond door een landmeter van het «kadaster, te zijnen koste, volgens de in art. 1 om schreven lijnen, te doen uitbakenen en door piketpalen «te verzekeren b. «binnen één jaar, na de onderteekening van dit con- «tract, op den gekochten grond een steenen woonhuis «te bouwen, waarvan de naar de openbare straat «gekeerde gevel, welke op de nieuwe rooilijn moet «worden gebouwd, geene mindere hoogte dan acht «meter boven de kruin der straat mag hebben c. «dat door hem of zijne rechtverkrijgenden op den «gekochten grond nimmer achterwoningen nochberg- «plaatsen van lompen, beenderen of andere voor de «volksgezondheid schadelijke stoffen worden opgericht. Art. 3. «Wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgenden aan een «der sub 2 gestelde voorwaarden niet mochten voldoen «zullen zij, na te hunnen koste in gebreke te zijn gesteld, «voor eiken dag verzuim eene boete verbeuren van één gulden «ten behoeve van de contractanten ter eene zijde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 21