221 9 Mei 189G. geheel te niet doen, omdat volgens art. 5a dier verordening voor aanspraak op invaliditeitspensioen wordt vereischt tien jarige onafgebroken dienst, niettegenstaande als grondslag voor de berekening zijner bijdragen in bet pensioenfonds gelden de jaarwedden en verhoogingen door hem genoten gedurende zijn geheelen diensttijd als ambtenaar der gemeente weshalve adressant verzoekt te willen vaststellen, dat bij door zijn dienst, verricht vóór bet in werking treden der verordening van 7 Maart 1896, reeds heeft voldaan aan den in d.e artt. 4 en 5 dier verordening uitdrukkelijk vereischten diensttijd van tienjarigen onafgebroken dienst. De voorzitter stelt voor dit adres met de bijlagen te stellen in handen van de commissie van bet pensioenfonds om bericht en advies. Waartoe besloten wordt. B. Verslagen. 1. Door den voorzittter wordt namens burgemeester en wethouders verslag uitgebracht van de op 4 Mei 1896 gehouden openbare aanbestedingen van: a. liet bouwen van een woonhuis aan den Tramsingel voor den directeur der gemeente-reiniging. De voorzitter deelt mede, dat hiervoor zijn ingekomen '12 inschrijvingsbiljetten, waarvan de laagste inschrijving bedroeg ƒ6610,zijnde nog ƒ1210,boven de raming, zoodat van eene gunning van het werk geen sprake kon zijn. Inmiddels is bij burgemeester en wethouders ingekomen een inschrijvingsbiljet van M. Bakkeren te Prinsenhage, die zich daarin bereid verklaart voor de som van ƒ5600,de uitvoering van het werk overeenkomstig bestek en voorwaarden op zich te nemen. Namens burgemeester en wethouders stelt spreker voor het hierbedoeld werk aan genoemden M. Bak keren onderhands te besteden voor zijne inschrijvingssom van ƒ5600,zijnde het verschil in meerder met het begrootings-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1896 | | pagina 221