9 Mei 1890.
cijfer ad ƒ200,een gevolg van de stijging der steenprijzen,
terwijl ook de loonstandaard in deze gemeente sedert het
opmaken der begrooting eenigszins geklommen is.
De heer Lij ijsman zegt, dat het te betreuren is, dat het
werk niet aan een Bredaschen aannemer kan gegund worden.
Spreker vraagt, of geene besprekingen zijn gehouden met den
laagsten inschrijver, omdat de mogelijkheid kan bestaan, dat
deze zich vergist heeft, en of niet eene herbesteding betere
resultaten zou kunnen opleveren.
Eene vergissing van de zijde der inschrijvers kan niet worden
verondersteld, zegt de voorzitter, en van eene lierbeste-
ding zijn evenmin goede uitkomsten te verwachten.
Zonder verdere bedenking wordt daarna goedge
keurd het voorstel van burgemeester en wethouders
tot onderhandsche besteding van het hiervoor ge
noemd werk.
h. het maken en stellen van drie openbare waterplaatsen.
Hiervoor zijn ingekomen twee inschrijvingsbiljetten, waarvan
de laagste inschrijving bedraagt 1026,terwijl het werk
was geraamd op 887,
De voorzitter stelt namens burgemeester en wethouders
voor dit werk in eigen beheer te doen uitvoeren.
Waartoe besloten wordt.
c. het leveren en plaatsen van twee cementsteenen
beerputten met leidingen voor de privaten van de
eerste openbare school aan de Houtmarkt.
Zijnde hiervan aannemer geworden Th. Kessels te Breda,
voor 242,